De banaliteit van het kwaad

Hannah Arendt schreef in 1963 het boek ‘Eichmann in Jerusalem‘. Het ging over haar herinneringen aan het Eichmann Proces. In de beklaagdenbank zat niet het meedogenloze ‘nazi-monster’ dat iedereen verwacht had, maar een onbeduidend ambtenaartje. Ze vroeg zich af hoe zo iemand in staat kon zijn tot zulke gruweldaden en kwam tot de conclusie dat dit soort verdorvenheid eigenlijk beangstigend gewoon was.
De verdediging van Adolf E. kwam er op neer dat hij niet schuldig kon zijn omdat hij slechts een uitvoerder was van de daar toen geldende regels. Maar ja, nu was hij ontvoerd naar een plek waar andere geboden golden en op basis daarvan werd hij, naar goed oud-testamentisch voorschrift,veroordeeld en gedood.